Generatie VI van de genealogie van Rijswijk
VI - 1 (kind van
V-1)
Floris ook Floorke Sweersd. van Rijswijck, geb. ca. 1520/1530, overl. ca. 1559/1560, tr. ca. 1540/1545 met Jan Reynertz. van Clootwijck de jonge, geb. ca. 1510/1520, ambachtsheer van Rijswijk 1554-1560, overl. ca. 1560/1562. Zoon van Reywaert Jansz. van Clootwijck.
Kinderen zover bekend:
- Cornelis Jansz. van Clootwijck, geb. ca. 1540/1550, ambachtsheer van Rijswijk 1560-1577, overl. tussen 27-3-1577 en 1582.
- Assuerus (Sweer) Jansz. van Clootwijck, geb. ca. 1540/1550, ambachtsheer van Rijswijk 1582-1593, overl. na 21-1-1603.
- Maricken Jansd. van Clootwijck, geb. ca. 1540/1550, overl. Veen na 8-7-1619, woonde in haar jeugd bij haar voogd in Woudrichem, tr. voor 1578 Jan Huijbertsz van den Heuvel, schout van Veen.
Bron:
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 68 fol.40v, 3-10-1554: Jan van Clootwijck Reijmersz.
voor Floris, dochter van Zweder van Rijswijck, zijn vrouw,
bij dode van Cornelis haar broer,
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, inv. 69 fol. 28, 3-10-1554: Jan van Clootwijck
Reijnertsz. wordt beleend met het huis en gerecht van
Rijswijk voor Floris van Rijswijck Sweersd. zijn vrouw.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 12 fol. 19v, 3-10-1554: "........ dat
gecomen is Jan van Clootwijck Reijnauts soon als man ende
kerckvoocht van Floris Sweers Dochter van Rijswijck ende
dat naa doode Cornelis Zweers van Rijswijk haar vader
ende heeft versoght ende ontfangen die ambachts
Heerlijkcheijt van Rijswijck" etc.
- Heusden R747
nr. 141, 27-3-1577:
Rekening en bewijs mijns Jan van Clootwijck Reynerts als
oom van de nagelaten weeskinderen wijlen Jan van
Clootwijck, ambachtsheer tot Rijswijk, zaliger, lopend
van 11-11-1573 t/m 25-3-1577. In deze akte de ontvangsten
en uitgaven. Aan het eind van de akte wordt voornoemde
van Clootwijck genoemd voogd van de weeskinderen van zal.
Jan van Clootwijck, sijnen broeder. De weeskinderen zijn
haeren oom nog schuldig 83 gulden. Deze rekening is
geschied inde presentie van Jan Huijberts v.d. Heuvel,
Adriaen Willems, Cornelis van Clootwijck, Pauwel
Danckaerts etc. (v.d.Heuvel was gehuwd met Maricken van
Clootwijck).
VI - 2 (kind van
V-2)
Cornelis Jansz. van Rijswijck, rentmeester van Altena, secretaris
van Woudrichem, geb. 1524 (hij was in 1559 35 jaar), tr. 1550/1555
met Margaretha van Valcken ook van der Valck, dochter van
Gijsbrecht van Valcken, drost van Leerdam en Maria Jacobsdr.
Quekel.
Geen nakomelingen van dit echtpaar gevonden.
Bronnen:
- De verervingen van een
halve hoeve aan de Werken groot 32 morgen:
- 16-4-1533: Gillis
Schellart bij overdracht door Hugo Quekel Jacobsz.,
Heren van Altena inv. 68 fol. 77.
- 7-1533: Gijsbert
van der Valk bij overdracht door Gillis Schellart,
Heren van Altena inv. 68 fol. 77v.
- 24-7-1555:
Cornelis van Beveren Pietersz. voor Margaretha,
dochter van Gijsbert van der Valk, bij dode van
haar vader, Heren van Altena inv. 68 fol. 78, inv.
70 fol. 80.
- 20-9-1555:
Cornelis van Rijswijk voor Margaretha, zijn vrouw,
Heren van Altena inv. 68 fol. 78.
- 1-2-1564: Belast
voor Adriaan van der Hoeven met f1300.- karolus
door Cornelis van Rijswijk, gehuwd met Margaretha
van der Valk, om de tol van Woudrichem van erven
Matthijs van Losen te lossen, Heren van Altena
inv. 70 fol. 84.
- 31-8-1565: Adriaan
van der Hoeven is gelost, Heren van Altena inv.
70 fol. 84v.
- 23-6-1565:
Cornelis van Rijswijk, gehuwd met Margaretha van
der Valk, krijgt 16 morgen ten eigen, Heren van
Altena inv. 70 fol. 88.
- 4-10-1647:
Cornelis van Nispen, baljuw en dijkgraaf van
Altena, bij dode van Antonia van Rijswijk, zijn
moeder, die aankwam van Jacob van Rijswijk, haar
vader, die aankwam van Margaretha van der Valk,
gehuwd met Cornelis van Rijswijk, bij kaveling na
verzuim, LRK 150 c. Altena fol. 25v.-27v.
- Gorinchem
R58 fol. 115,
28-7-1530: Hierin met name genoemd de vrouw van Gijsbert
van der Valck. Zij heette Marijken Jacobsdr. Queckel.
- Gorinchem
R73 fol. 156,
10-9-1548: In deze in beschuldigingstelling staan de
namen van Gielis Schellaert, Philips van Weijborch,
Adriaen Emontsz. en Cornelis van Rijswijck, secretaris,
en heer Jan Florisz. en Jan van Goor, schepenen van
Woudrichem. Waar het over gaat is me niet duidelijk.
- Gorinchem
R74 fol. 2,
27-1-1550: Procuratie. Cornelis Jansz. van Rijswijck is
gemachtigd om voor Adriaen Emontsz. van der Hoeven als
man voogd van Anna Gielis Schellaertsdochter een
rentebrief te verkopen aan Adriaan de Borchgrave. Voor
dit transport geven ook toestemming Floerke van Rijswijck,
oudste zuster van Cornelis en zij ook voor Marike van
Rijswijck en Sebastiaan van Rijswijck, zusters en broeder.
Hierdoor lijkt het duidelijk dat Anna Schellaert hun
moeder is.
- Nationaal Archief Den Haag,
Heren van
Altena, regest inv. 15, 10 juni 1553: Voor schepenen van
Woudrichem stellen Jan Schellaert en zijn zuster Anna
Gillisdr. Schellaert zich elk voor fl.500 borg voor
Cornelis van Rijswijck t.b.v. zijn benoeming tot
rentmeester van Altena.
- Nationaal Archief Den Haag,
fam. archief Van Dorp afschrift nr. 1483, 13-1-1554.
Testament van Lionis Aertsz. van Weijborch. Hierin een
rentebrief op het huis van Cornelis van Rijswijck dat
staat aan de Hoogstraat tegenover het gasthuis te
Woudrichem.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 15 fol. 79 e.v.,1-2-1554: Cornelis van
Rijswijck ende Margrit van den Valck "sijne echte
huijsvrouwe" verklaren dat zij van Adriaen van de
Hoeven Emonts soon de ouden fl. 1300 geleend hebben om
als rentmeester van het Land van Altena de erfgenamen van
Mathijs Loosen namens de heer van Woudrichem te lossen.
Hij verpandt daarom 18 morgen leengoed aan Adriaan van
den Hoeven. Op 30-8-1565 is deze lening afgelost en in
aanwezigheid van Anna van Egmont, vrouwe van Altena, haar
stadhouder Bentinck, Gillis Schellaert en Cornelis van
Rijswijck wordt de brief door Adriaan van der Hoeven te
niet gedaan.
- Archief Nassause
domeinraad nr. 7974a, Leenboek en -register van Acquoy,
- 9-11-1555: Willem
Prince van Oranje verlijt en verleent aan Jonffr.
Margareta Ghijsbert Valckdochter 11 hond land
haar aangekomen bij dode van Ghijsbert Valck,
wijlen drost tot Leerdam en Ackoy. Hulder:
Cornelis van Rijswijck als man ende kerckelijck
voicht Jonffr. Margareta voirs. sijnen huijsvr.
In marge: . . . ...1570 heeft Margareta ende
Cornelis van Rijswijck dese 11 hont lants
getransport Jacob Mijntgen haar nichte.
- 10-4-1580: soe
heeft Cornelis Willemse de Wit als man ende
voocht van Jacob Mijntgen Cornelis van
Beverensdochter voirs. leen mitter leeghen handt
vernyewt.
- Nationaal Archief Den Haag,
Grafelijkheidsrekenkamer
inv. 749 pag. 34, 31-8-1559: In dit 40 pagina's tellend
stuk dat gaat over een grensconflict tussen Holland en
Altena treedt oa.a Cornelis van Rijswijck op als getuige.
Omdat hij dan 35 jaar oud is, moet hij omstreeks 1524
geboren zijn. Deze getuigenverklaringen zijn ook te
vinden in het archief van de Heren van Altena inv. 6.
VI - 3 (kind van
V-2)
Floorke Jansdr. van Rijswijck, geb. ca. 1520/1530, tr. (1) met
Willem van Emmickhoven, overl. voor 23-9-1579, zoon van Jan
Dirksz. van Emmickhoven en NN.
Zij tr. (2) met Heijmerick de Romer.
Nog geen nakomelingen gevonden
Bronnen:
- Woudrichem
R578 fol. 87v,
23-9-1579: Transport. Compareerde Floerke van Rijswijck
weduwe wijlen Willem Dircksz. ende Lijsbet van Rijswijck
voor haer selven ende mede vervangende ende haerluijden
sterck maeckende voor Geerke, Maricke, Annaken ende
Jenneke van Rijswijck haerluijder susteren altesamen
kijnderen ende erffgenaemen van Jan van Rijswijck ende
juffr. Anna van Rijswijck. Zij verkopen 2 morgen land in
Doorn (bij Almkerk) aan Aelbrecht van Loosen.
- Woudrichem
R578 fol. 89,
17-7-1573 en 6-10-1579: Attestatie. Frans van Sichem
verklaart onder ede dat hij aan Willem van Emmickhoven
als man van Floerke van Rijswijck een rentebrief heeft
overhandigd die gevest was op een huis in de Kerkstraat
van Aert Vernoert. Vanwege een brand was deze akte nooit
opgeschreven, wat op de laatste datum alsnog wordt gedaan.
In dit stuk wordt ook genoemd Jacob van Rijswijck, de
moeder van Floorke is een zuster van schoonvader van
Jacob.
VI - 4 (kind van
V-2)
Maria Jansdr. van Rijswijck, geb. ca. 1520/1530, overl. voor 22-6-1596,
tr. met Frans van Sichem, overl. voor 22-6-1596, zoon van
Cornelis van Sichem en NN.
Nog geen kinderen gevonden
Bronnen:
VI - 5 (kind van
V-3)
Floris Ottensz. van Rijswijck, geb. 1520/1530, won. te Giessen.
Hieruit bekend:
- Jan van Rijswijck, geb. 1550/1560
Bronnen:
- Gorinchem
R79 fol. 245v,
10-2-1558: Anneken Cornelis van Aerls, wed. heeft
rechtelijck besettinghe gedaen op alsulcken penningen als
onder Jan van Beeck berustende zijn toekomende Floris
Ottensz. van Rijswijck.
- Gorinchem R134 nr. 295, 10-12-1585: Comp Severijn Goijertsz, won te Gorinchem, als procuratie hebbende van Otken Melisdr, weduwe van wijlen Geerit Hermans, en Heesken Jansdr, weduwe van Joachim Claesz, Barbara Handricksdr weduwe van wijlen Peeters Cromen? ende Reijn
Handricksdr haar zuster altesamen erfgenamen van Heijltken Jans weduwe van wijlen Geerit Jans. Verklaren dat op 11-10-1582 voor het gerecht van Giessen, Floris Ottensz van Rijswijk getransporteerd heeft een zeker geseet met boomgaard van dordalve morgen gelegen te Giessen eertijds gekomen van Geerit Jan Aertsz.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 13 fol. 75, z.d. ca.1590: Jan van
Rijswijck Floriszoon genoemd in een belending in het
gerecht van Rijswijk voor het Spijck.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 14 fol. 41, z.d. ca.1590: Jan van
Rijswijck Floriszoon genoemd in een belending in het
gerecht van Rijswijk in het Land van Altena opte Linge
over Spijck,
VI - 6 (kind van
V-5)
Govert Jansz. van Rijswijck, geb. 1550/1560, overl. na 1600, tr.
Aelken Foppen, overl voor 1598. Hij was advocaat en notaris (hij
legde de eed af op 30-11-1580) in Den Haag.
Kind:
- Johan van Rijswijck, geb. ca.
1580, volgt VII-1.
Bronnen:
- Heusden R310
fol. 11, 25-4-1575:
Transport. Dat Jan van Rijswijck Jansz. verteegh op alle
alsulcke lasten, rechten ende toeseggen als hij heeft op
seeckere erfgronden van lands gelegen in de Lande van
Althena te weeten van thien honden landts gelegen tot
Opandel etc. ten behoeve van Govaerdt Jansz. van
Rijswijck sijnen zoon.
- Heusden R225
, 23-11-1578:
Alaert Wouters als gemachtigde van Govaert Jansz. van
Rijswijck heeft rechtens gevest op mr. Heijman van Veen
als onderwijnder van de goederen van het weeskind van (onleesbaar).
- Heusden R225
fol. 1, 7-12-1578:
Alaert Wouters als gemachtigde van Govert Jansz. van
Rijswijck heeft andermaal rechtens gevest op de
erfgenamen van joncker Ghijsbrecht van Gendt en mr.
Heijman van Veen als onderwijnderen van sijne goederen.
- Heusden R226, 15-7-1579: Alaert Wouters als
gemachtigde van Govert Jansz. van Rijswijck heeft vuijt
crachte sijne coop gecroont van wansed (?) over Corstiaen
Lenaerts te Aelborch
- Heusden R226, 20-7-1579: Alaert Wouters als
gemachtigde van Goert Jansz. van Rijswijck heeft hem
verboden van alsulcken crooning als hij vuijt crachte
sijn coop gedaen heeft over Corstiaen Lenaerts.
- 's-Gravenhage R336 fol.
161, 1586: Govert van Rijswijck genoemd als advocaat te
Den Haag.
- 23-1-1598: Jan van
Rijswijk won tot Veen, bekend schuldig te wezen aan
Govert van Rijswijk, als vader en voogd van zijn onmondig
weeskind bij Aelken Foppen 250 gld. (Heusden 1219)
- 6-11-1600: Govert van
Rijswijk als vader en voogd van onmondig weeskind. (Hof
van Holland, decreten, inv. 3294, akte 84, met dank aan
Leon van der Hoeven)
VI - 7 (kind van
V-5)
Johan Jansz. van Rijswijck, geb. 1560/1570 ongehuwd militair,
overl. na 25-9-1633.
Bronnen:
- LK Zoelen: Diverse bezittingen en rechten
- Leenkamer
Zoelen inv. 2 fol. 83v, 1-3-1608: Otto Jansz.
van Rijswijck voor Jan van Rijswijck, zijn broer
die buitenlands is
- Leenkamer
Zoelen inv. 2 fol. 88, 30-6-1641: heeft Otto
Jansz. van Rijswijck , wonende tot Veen, als
broeder en leenvolger van Jan Jansz. van
Rijswijck, uitlandig zijnde ter leen verzocht de
gemelde tienden onder Veen.
- Was
Heusden R205 momenteel zonder inv. nr., 10-2-1609: Testament voor
notaris Willem van der Laerschot van Johan van Rijswijck
Jansz. Omdat hij een verre reis gaat ondernemen, stelt
hij zijn testament op. Jan van Rijswijk, de oudste zoon
van zijn broer Otto en Jan en Laurens, kinderen van zijn
zuster Peternella krijgen een legaat van 500 ca. gl.
ieder. Universeel erfgenaam wordt de oudste, nog te
verwekken, zoon van zijn neef mr. Johan van Rijswijck in
Den Haag (zie VII-1), mits deze de naam Otto zal krijgen
en in de Rooms-Katholieke religie gedoopt en opgevoed zal
worden. Als er geen zoon is die aan die voorwaarden
voldoet, dan wordt erfgenaam de oudste mannelijke
nakomeling die er op dat moment is. Hij noemt met name
Jan, de oudste zoon van zijn broer Otto. Johan legt er de
nadruk op dat de kerkgiften en -lenen van Wijk en Veen en
alle allodiale goederen die hij van zijn ouders heeft
geërfd in het geslacht en de familie van Rijswijck
dienen te blijven.
- Was
Heusden R205 momenteel zonder inv. nr., 25-9-1633: Brief van Johan van
Rijswijck aan zijn neef mr. Johan van Rijswijck, advocaat
voor het Hof van Holland, wonend in 's-Gravenhage. Een
buitengewoon interessante en diep gevoelige brief waarin
Johan vertelt van zijn reizen naar het keizerrijk China
en het koninkrijk Japan. Hij schrijft de brief vanuit
Genua in Italie waar hij zojuist is aangekomen uit Nova
Hispania oftewel Mexico. Hij schrijft over zijn verdriet,
omdat er op de brieven die hij schreef nooit antwoord is
gekomen. In Mexico is hij bedrogen waardoor hij al zijn
bezittingen is kwijtgraakt samen met zijn neef van den
Heuvel. Verder informeert hij naar het welzijn van zijn
broer Otto en zijn zuster Peterken en hun kinderen, hun
namen, welk beroep zij uitoefenen etc. Hij wil weten hoe
het gaat met het Land van Heusden nadat 's-Hertogenbosch
is "omgegaan" (d.w.z. veroverd door Frederik
Hendrik in 1629). Johan blijkt een nog steeds diep
gelovige man te zijn en op het laatst verontschuldigt hij
zich, omdat "ick t'meeste van mijne Duijtse tale
hebbe vergeten".
Heel mooi vind ik ook de mentaliteit waarmee deze Johan
van Rijswijck was begiftigd en die we in de Gouden Eeuw
bij wel meer Hollanders zien. Hij zit namelijk niet bij
de pakken neer, maar is van plan om naar Spanje te gaan
om: "wederop nieuwe te beginnen als ick met de
gratie Godts op dese reijse verhoope t'advanceren om in
mijnen oude dagen vromelijck t'onderhouden dewelcke de
principaelste oirsaecke is geweest soo veel continuele
jaeren onder veel verscheijde natien te frequenteren".
- Heusden R106, 28-10-1641: In 1641 wordt Jan
Otten van Rijswijck door het gerecht van Heusden erkend
als rechte en zuivere erfgenaam van zijn oom Jan Jansz.
van Rijswijck.
- Was
Heusden R205 momenteel zonder inv. nr., 1643/1648: Processtukken van
het proces tussen Jan Otten van Rijswijck te Veen en
Willem Pauwelsz. te Aalburg. Bovenstaand testament heeft
geleid tot een proces tussen Otto van Rijswijck en zijn
zoon Jan enerzijds en Willem Pauwels, schoonzoon van
Peterken van Rijswijck anderzijds. Dit proces heeft zich
voortgesleept tot 1646. De processtukken die hiervan
bewaard zijn gebleven vormen niet zulke interessante
lectuur als bovenstaande testament en brief. Comparanten
zijn steevast Otto Jansz., Jan Otten, Willem Pauwelsz.,
Laurenske Laurensdr. en Jan Laurens, alias van Rijswijck
die in 1629 tijdens een gevecht op de Veluwe was
gesneuveld.
VI - 8 (kind van
V-5)
Peterke Jansd. van Rijswijck, geb. ca. 1560/1570, wonend te Veen,
begraven Veen 26-1-1649. tr. (1) Laurens Jansz., overl. voor 25-8-1608.
Zij tr. (2) voor 9-5-1616 met Gijsbert Hendricksz. Wijckwaelen.
Hij hertr. Veen 6-2-1650 met Lijsken Jansdr. van Wijck, geb. ca.
1605/1615. overl. voor 24-10-1658.
Uit haar eerste huwelijk:
- Jan Laurensz van Rijswijck.
geb. ca. 1600, volgt VII-1B.
- Laurenske Laurensd. geb. ca
1600/1608, overl. na 4-11-1649, zij was gehuwd met Willem
Paulusz en woonde in Aalburg.
Bronnen:
- Heusden R53, 25-8-1608: "Peterken
dochter sa. Jan van Rijswijck wed. wijlen Laurens Jansz.
met haer gc. voogt de heer ende weesmrn. over Stadt ende
Lande van Huesden aanleggers contra Otto Jansz. van
Rijswijck tot Veen gedaagde concludeert pro ut in
scriptis."
- Heusden R59, 7-11-1613: Van Peeterke van
Rijswijck tot Veen wordt d.m.v. een proces de betaling
van drie mud goede tarwe geëist over het verloop van een
erfthijns van een mud tarwe per jaar op de 13e maart te
voldoen.
- Heusden R111, 24-9-1646: "Gillis van
Beverlo als last en procuratie hebbende van Jan Otten van
Rijswijck woonende tot Veen uijt crachte van seecker
accord commissionair van de Hove van Hollandt raeckende
de goederen van Johan van Rijswijck sijnen oome,
leenhouder van de Huijse van Zoelen aanlegger, contra
Gijsbert Hendricxen woonende tot Veen als man en voocht
van Peterke Jans van Rijswijck gedaagden". Jan Otten
wil van zijn tante de tienden ontvangen van 4½ morgen
land waarop ze momenteel woont, geheven over een periode
van 33 jaren.
- Heusden R116, 27-12-1650: Gijsbert Hendricxe
Wijckwaelen als getrouwd hebbend wijlen Peterken van
Rijswijck wordt gedaagd door Jesken Lenerts en haar zoon
Jan Otten van Rijswijck om in totaal 75 gulden te betalen
zoals was overeengekomen in de acte van scheiding en
deling,
VI - 9 (kind van
V-5)
Otto Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1582, collator van de kerk van Veen 1608, herbergier te Veen 1635, overl. tussen 7-11-1645
en mei/juni 1648, tr. Jesken Lenertsd, ook Jasperken Leenaertsdr.
Zij was weduwe van Willem Teunisz.
Kinderen volgorde onbekend:
- Jan van Rijswijck, geb. ca. 1607, volgt VII-2.
- Iven ook Jeuwen of Yeuwen van
Rijswijck, geb. ca. 1609 volgt VII-4.
- Claes van Rijswijck, geb. ca.
1612, volgt VII-5.
- Vijver van Rijswijck, geb. ca.
1615/1620, volgt VII-3.
- Cornelis van Rijswijck, geb.
ca. 1615/1620, volgt VII-6.
- Godertje van Rijswijck, geb.
ca. 1615/1620, volgt VII-7.
- Thonisken Ottendr van Rijswijck, geb.
ca. 1615/1620, overl. na 28-3-1635 (zie RA Heusden inv. 100).
Bronnen:
- Heusden R332 fol. 46, 5-12-1598: Jan Dircks won tot Veen verteech op een hoefken te Veen, Jan Petersz met sijn moeder oost, Otto Jansz (van Rijswijck) west, strekkende van de gemeen h.. aff tot Wouter Adriaensz erfgn. toe, ten behoeve van Otto Jansz (van Rijswijck) tot Veen.
- J.C. Kort, Repertorium op
de lenen van de hofstede Zoelen: Diverse bezittingen en rechten
- Leenkamer
Zoelen inv. 2 fol. 83v, 1-3-1608: Otto Jansz.
van Rijswijck voor Jan van Rijswijck, zijn broer
die buitenlands is
- Leenkamer
Zoelen inv. 2 fol. 88, 30-6-1641: heeft Otto
Jansz. van Rijswijck , wonende tot Veen, als
broeder en leenvolger van Jan Jansz. van
Rijswijck, uitlandig zijnde ter leen verzocht de
gemelde tienden onder Veen.
- Heusden R350,
fol. 71, 8-7-1616:
Renunciatie. Otto van Rijswijck ziet in deze akte af van
zijn rechten op de erfenis van de Lijsken Dircxdr., de
moeder van de eerste man van zijn vrouw Jasperken
Leenaertsdr.
- Heusden R361,
fol. 67, 27-11-1627:
Door de komst van dominee Abraham van de Velde heeft Veen
een pastorie nodig. Jan Cornelisz. Spierinck en Jan
Gijsbertsz. Mol, burgemeesters tot Veen als gemachtigd
door schout, schepenen, heemraden, kerck- en
heiligegeestmeesters, setters, keurmeesters, gemeene
ingesetenen ende nabueren aldaer verklaren een huisinge
ofte wooninge te zullen laten timmeren en dit ook te
zullen onderhouden. Deze verklaring wordt gedaan namens:
Huijbert Jansz. van den Heuvel, Jan Cornelisz. Spierings,
Jan Gijsbertsz. Mol, Imert Jansz. van Wijfflith, Adriaen
Jansz. de Hooch, Adriaen Willemsz. van den Biesheuvel,
Michiel Jansz., Dirck Willemsz. Poorter, Willem Jacobsz.
Goude, Servaes Godertsz., Jan Willemsz., Otto van
Rijswijck, Aert Dirck Veenaert en Cornelis Jansz..
- Heusden R366
fol. 36v,
17-4-1632: Hypotheek en transport. Dat Adriaen Aertssen,
wonend tot Veen verteech op zeker geseetgen lants groot
een half hondt gelegen inde banne van Veen int Paradijs,
belend de gemeene Straete, oostwaarts de kercke van Veen
erve nu gebruijckt wordende bij Gerrit Janssoon Schipper,
westw. streckende vande erfgenamen van Peter Jacobssoon
erve aff neffens ende ten dele in Otto van Rijswijcx erve,
totten dijck toe ten behoeve van den voornoemde Ottho van
Rijswijck... voor 620 gulden in 2 termijnen boven een
paert ( part) getaxeerd op 132 gulden.
- Heusden R371
fol. 42v,
12-5-1637: ... drie morgen land gelegen tot Wijk
opten Swaesheuvel, belend... metten lasten van
vijer voeten Hoogen-Maesdijck gelegen omtrent Otto van
Rijswijck boomgaert op den hoeck van de rivier tegenover
het oorlogsschip etc.
- Heusden R1359, 19-1-1641: Comp Otto van Rijswijck oudt ontrent LVIII jaeren, ende Adriaen Adriaensz van Emmechoven oudt ontrent LII jaeren, beijde woonende tot Veen.
- Heusden R379
fol. 61, 7-11-1645:
Dat Otto van Rijswijck, wonend tot Veen verteech op thien
Hondt Landts etc.. (Hij was toen nog in leven).
- Heusden R111, 26-3-1646: In deze acte is
sprake van Maeijke wed. van Jan van Rijswijck wonend tot
Wijck die borg geweest was voor Otto van Rijswijck
zaliger. Zowel Jan als Otto waren dus overleden.
- Heusden R382
fol. 47v ,
mei/juni 1648: "Dat Jesken Lenaertsdgr. weduwe van
wijlen Otto van Rijswijck geassisteert met Jan Otten van
Rijswijck haeren sone ende gecoren voocht ende momber in
desen ende deselve Jan Otten van Rijswijk mede in sijn
privé." Een acte waarvan ik alleen de eerste alinea
kan ontcijferen. Helaas zal deze klerk nog jarenlang zijn
gang kunnen gaan met het onleesbaar vullen van Heusdense
protocollen.
- Heusden R383
fol. 66v ,
23-8-1649: Jesken Lenertsdr. weduwe van Otto van
Rijswijck krijgt het voor elkaar om voor de vierschaar
van Heusden de verkoop van 14 hond land op de Haarbeemd
ongedaan te laten verklaren. Gelukkig is deze lange acte
niet geschreven door de reguliere klerk of secretaris en
daarom goed leesbaar.
- Heusden R384
fol. 28 , 4-4-1650:
Comp. Jesken Lenerts, weduwe van wijlen Otto van
Rijswijck, woonende tot Veen, geass. met Jan Otten van
Rijswijck, haeren sone ende gecoren voocht ende momber in
desen ende bekende schuldich te wesen aan Jan Alarts van
Gelder, borger tot Gorinchem de somme van vierhondert car:
guldens tot 20 stuivers stuck over goede aengetelde
penningen gelijck sij comparante bekende... .
- Heusden R388
fol. 5v ,
27-1-1654: Hypotheek. Comp. Jesken Lenerts, weduwe van
wijlen Otto van Rijswijck, geass. met Jan Otten van
Rijswijck, "haeren sone ende gecoren voocht ende
momber, ende den selven Jan Otten van Rijswijck mede voor
sijn prive, IJeuwen Otten van Rijswijck,Claes,Vijver ende
Cornelis Otten van Rijswijck, mitsgaders Cornelis
Aertssen (van Tilborch) als man ende voocht van Godertje
Otten van Rijswijck"
- Heusden R389
fol. 69v ,
2-7-1655: Dat Jesken Lenerts, weduwe Otto van Rijswijck,
geass. met Jan Otten van Rijswijck, haeren sone ende
gecoren voocht ende momber, Jan,Vijver, IJeuwen, Claes en
Cornelis Otten van Rijswijck ende Cornelis Aertsen als
man ende Voocht van Godertgen Otten van Rijswijck,
verteechen gesamenlick op twee hont lants mette
timmeringhe daerop staende, gelegen in den banne van Veen,
genaemt t Paradijs.
- Heusden R118, 22-6-1659: Maeijken van Ackoij,
weduwe van Jan van Rijswijck wonend in Wijk vordert van
haar schoonzuster Jesken Leenertsdr. de betaling van fl.
35:7:0. Voor dit bedrag had Jan van Rijswijck zich borg
gesteld voor Otto van Rijswijck.
VI - 10 (kind van
V-6)
Jan Adriaenszn. van Rijswijck, kerkmeester te Wijk, geb. ca. 1570/1580, overl. ca. 1647/1648,
tr. (1) met NN.
Hij tr. (2) ca. 1635 met Maijken van Ackoij, dochter van Willem
Jansz. van Ackoij, schout van Meerkerk 1616-1624, en Lijsken
Gijsbertsdr Neck.
Uit zijn eerste huwelijk:
- Jenneke van Rijswijck, geb.
ca. 1620/1625, volgt VII-8.
- Jan van Rijswijck, geb. ca.
1620/1625, volgt VII-9.
Uit zijn tweede huwelijk:
- Bertien van Rijswijck, ged. Vlijmen
r.k. 16-4-1642,
volgt VII-10.
- Neeltje van Rijswijck, geb.
ca. 1630/1640, volgt VII-11.
- Anneke van Rijswijck, geb. ca.
1630/1640, volgt VII-12.
- Arien van Rijswijck, geb. ca.1640,
volgt VII-13.
- Willem van Rijswijck, ged. Vlijmen
r.k. 5-10-1639, (getuige
Andreas Antonij (= echtgenoot van kind 1) in plaats en in
naam van Otto Ackoij), volgt VII-14.
Bronnen:
- Repertorium Leenmannen in
het land van Heusden, Brabantse Leeuw, 1961, blz. 113.
- Zestalf Mergen
Lants inden Banne van Wijck, aen den Soutendijck.
fol. 144v.
- 21 - 6 -1630:
Verlijdt Jan van Rijswijck wonende te Wijck bij
opdracht gedaen inden name ende deur gemachtigde
van Cornelis Blanckaert.
- 14 - 12 -1648:
Verlijdt Adriaen van Rysewijck, out 8 jaren,
wonende te Wijck, bij dode van Jan van Rijswijck
zijn vader.
- 8 - 2 -1696:
Verlijdt Jan Adriaensz. van Rijswijck oud 26
jaren, wonende te Rijswijck inden Lande van
Heusden, bij overlijden van Adriaen van Rijswijck
voornoemd zijn vader.
- Heusden R215, 1-1-1594:
Jan Adriaensz. van Rijswijck kreeg van zijn vader, na
diens dood, een hoefke van een halve morgen te Wijk.
- Heusden R47, 27-6-1605: Jan van Rijswijck
de Jonge met Neeltje van Rijswijck sijne moeder. Ze
vorderen betaling van 158 gl. en 6 stuivers van Bastaen
Beelaerts en diens vrouw Heijltje Adriaens voor de
levering van hop en "poeijer" .
- Heusden R347
fol. 20v ,
30-3-1613: In de belendingen te Wijk, Jan van Rijswijck.
- Heusden R357
fol. 24v ,
8-6-1623: Comp. voor schepenen der stede van Heusden
onderschreven Jan zone van wijlen Adriaen van Rijswijck
wonende tot Wijck voor hemzelven ende uijtte naeme van
zijne moeder, zuster ende broedere naergelaten weeskindt
daer voor hij heeft volmacht ende bekende bij deze
ontfangen te hebben uijt hande van Cornelis Jan Michielsz.
tegenwoordich burgemeester des dorps van Veen de somme
van hondert ca. guldens in voldoeninge ende erfquijtinge
van de hooftsomme van alsulcken rente van sestien ca.
guld. etc.
- Heusden R357
fol. 32v ,
4-7-1623: Transport. Hendrik Gijsbertsen verkoopt als
last en procuratie hebbend van Andries en Anneke Wouters
een rente van fl. 5:5:0 per jaar aan Jan van Rijswijck
wonende tot Wijck
- Heusden R111, 26-3-1646: In deze acte is
sprake van Maeijke wed. van Jan van Rijswijck wonend tot
Wijck die borg geweest was voor Otto van Rijswijck
zaliger. Zowel Jan als Otto waren dus overleden.
- Heusden R112, 31-6-1647: "De heeren
weesmeesters over Stadt en Lande van Heusden aanleggers,
contra Maeijken Willems Akoij wed. van wijlen Jan van
Rijswijck tot Wijck gedaagde om betaling te hebben van
300 ca. guld. metten interest vandien atempore more
spruijtende ende ter saecke ende volgende d'obligatie
daer van sijnde daer toe werdt gerete... cum ex"
- Heusden R125, 12-2-1662: De kerk van Wijk
vordert van Maaijke van Ackoij, weduwe van wijlen Jan van
Rijswijck wonend te Wijk betaling van een hypotheek van
fl. 322:14:8
- Heusden R398
fol. 30v, 5-4-1664:
In een hypotheek voor Joost Jansse Spieringh wordt als
belending op de Gansakker onder Veen genoemd Maeijken
weduwe van Jan van Rijswijck.
- Heusden R422
fol. 35, 28-12-1689:
Comp. Hendrick Daniels van Nes als getrouwd hebbende de
weduwe van zal. Adriaen van Rijswijck, en Willem van
Rijswijck als voogden van de nagelaten kinderen van
Adriaen van Rijswijck. Bij de erfdeling blijkt er nog een
schuld te zijn aan Johan Fred. van der Poll, wijnkoper
binnen Heusden van f500,- spruitende ter zake van
geleende penningen van drie honderd carolus guldens die
Maicken Willemse, weduwe wijlen van Jan Adriaense van
Rijswijck, wonend tot Wijk, had geleend. Zijnde dezelfde
obligatie van dato 26-4-1656 etc. Dit bedrag werd
afgelost 28-2-1698. Zie ook hier.
- Voor het geslacht van
Acquoy zie verder het periodiek "Mededelingen"
van de Historische
Kring West-Betuwe jaargang 8 (1981) nr. 2
N.B.
Maaijke van Ackoij was nicht van Cornelis Jansz. van Acquoy,
broer van haar vader. In de geschiedenis is hij beter bekend als
Cornelius Jansen, µ. Hij was bisschop van Ieperen (B) en wordt
beschouwd als de grondlegger van het Jansenisme.
VI - 11 (kind van
V-6)
Gerrit ook Geraert Adriaensz. van Rijswijck, wonend in Aalburg,
geb. ca. 1570/1580, overl. voor 8-6-1623, tr. Peterke Aertsd,
dochter van Aert Eeuwoutsz., schout van Aalburg en Aertjen Jans.
Zij ot./tr. (2) als weduwe van Gerrit van Rijswijck te Heusden 29-11/18-12-1626
met Anthonis Gerritsen uit Arnhem.
Kind:
- Goverdina van Rijswijck, ged.
Drunen 1-5-1620
Bron:
- Heusden R74, 18-10-1621: De pachters van
het gemaal over Wijck, Veen en Aelborch, aanleggers in
casu van fraude, klagen Gerit van Rijswijck wonend te
Aalburg aan om hem veroordeeld te krijgen tot een boete
van 200 gulden en nog een boete van 20 gulden omdat hij
met de impostbelasting heeft gefraudeerd. Hij wordt er
van beschuldigd enige dagen geleden een schepel tarwe
"ter meulen te hebben gedaan" in plaats van een
schepel rogge ter huize van de aanleggers te hebben
aangebracht.
VI - 12 (kind van
V-7)
Marike Aertsdr. van Rijswijck, geb. 1550/1557, overl. voor 30-12-1606,
tr. met Gijsbert van Sevender, overl. voor 12-5-1598, zoon van
Huibrecht van Sevender, schout en secretaris van Woudrichem en NN.
Kinderen:
- Huijbert van Sevender, geb.
1585/1595. Huijbert was later notaris en procureur te
Dordrecht.
- Enkele kinderen die op 30-12-1606
nog onmondig waren.
Bronnen:
- Heusden R318
fol. 29, 5-6-1584:
Dat Ghijsbert van Zevender als man ende momboir van
Mariken Aertsdr. mede vervangende en hem sterck maeckende
voir Adriaentken Aertsdr. sijnder huijsvrouwe suster
geloofde Adriaen Jansz. Loijen woonende tot Veen nu ende
ten eeuwigen dagen tindempneren ende schadeloos te houden
van alle alsulcken comeren lasten etc.
- Heusden R332
fol. 22v, 7-5-1598:
Transport. Adriaan van Rijswijck te Wijck verkoopt een
stuk land op de Gansacker onder Veen. In de belending
ervan wordt genoemd de weduwe van Gijsbert van Sevender.
- Heusden R332
fol. 43v,
13-11-1598: Procuratie. Dat Hubert Lambertsz. van de Plas
als last hebbende van Mariken van Rijswijck wed. za.
Gijsbert van Sevender ende Adriana van Rijswijck,
gesusteren, blijkens een speciale procuratie hierna van
woorden te woorden geciteert van Cornelis de Romer ende
Mr. Herman Diricx schepenen der stede van Woudrichem,
doen kondt dat voor ons gecompareert sijn Mariken van
Rijswijck wed. van Ghijsbert van Sevender ende Adriana
van Rijswijck, gesusteren, etc.
- Heusden R337
fol. 30, 29-11-1602:
Dat Dirck van Zeventer als oom ende voocht van de
weeskinderen van za. Gijsbert van Zevender die hij
verwect hadde bij Mariken Aertsdr. verteeg op drie mergen
lants gelegen tot Aelborg etc.
- Heusden R342
fol. 14v,
21-5-1608: Dat joncker Dirck van Seventer als oom ende
bloetvoocht van Huijbert van Sevender verweckt bij
Mariken Aertsdr. van Rijswijck, geassisteert met Aert van
Eck ambachsheere tot Vuijtwijck als man en getrout
hebbende joffr. Cornelia van Sevender moije van voorsz.
Huijbert van Sevender etc. Hij verkoopt een gesaat in de
ban van Veen aan Thonis Jansz.
- Heusden R62, 22-5-1615: Huijbert van
Zevender wonende tot Dordrecht procedeert als erfgenaam
van zijn tante Adriaentken van Rijswijck tegen N.
Willemsz. uit Veen i.v.m. niet betaalde rente op een
lening
- Heusden R68, 30-5-1618: Nogmaals het proces
van de erfgenamen van Jan Otten van Rijswijck de Oude
tegen Huijbert van Zevender, dat al begonnen was in 1606
(zie Heusden R47 dd. 30-12-1606).
N.B.
Voor meer informatie over het Altenase geslacht van Sevender,
Zevender, Seventer of Zeventer zie de artikelen van Peter van
Eeten in het GTMWB jaargang 1989 blz. 273 e.v. en 1991 blz. 210 e.v.
VI - 13 (kind van
V-7)
Adriana Aertsdr. van Rijswijck, geb. 1550/1557, overl. voor 7-11-1613.
Zij bleef ongehuwd en was "dienstmaecht" van Johan van
Cuijck, heer tot Herpt.
Bronnen:
- Heusden R332
fol. 43v,
13-11-1598: Procuratie. Dat Hubert Lambertsz. van de Plas
als last hebbende van Mariken van Rijswijck wed. za.
Gijsbert van Sevender ende Adriana van Rijswijck,
gesusteren, blijkens een speciale procuratie hierna van
woorden te woorden geciteert van Cornelis de Romer ende
Mr. Herman Diricx schepenen der stede van Woudrichem,
doen kondt dat voor ons gecompareert sijn Mariken van
Rijswijck wed. van Ghijsbert van Sevender ende Adriana
van Rijswijck, gesusteren, etc.
- Heusden R336
fol. 23, 19-3-1601:
Adriana Aerts van Rijswijck met haar gecoren voogd en
momber Govert Pauwels verkoopt een stuk land op de
Kyvitse, belend Adriaen van Rijswijck oostwaarts en Jan
van Rijswijck westwaarts, ten behoeve van Thonis Jansz.
tot Veen.
- Heusden R59, 7-11-1613: "Huijbert van
Zevender wonende tot Dordrecht als universeel erfgenaam
van wijlen Adriaentge van Rijswijck, in haer leven
dienstmaecht van Johan van Cuijck, heer tot Herpt".
Hij eist betaling van de vroegere werkgever van zijn
tante voor 5½ en 8 jaar huur met een voorschot tesamen
bedragende 445 ca. guldens en 10 stuivers plus nog 100 ca.
guldens voor diverse kosten.
VI - 14 (kind van
V-11)
Anthonia van Rijswijck, geb. ca. 1555/1560, overl. Dordrecht 21-12-1626
tr. met Hendrik van Nispen, overl. Dordrecht 10-10-1617, baljuw
en dijkgraaf van Altena, zoon van Adriaan van Nispen en Alijdt
Hendricxdr. van der Eyck
Kinderen:
- Adriaan van Nispen, ged.
Dordrecht 21-1-1580
- Aleijdis van Nispen, ged.
Dordrecht 12-7-1581
- Jacob van Nispen, ged.
Dordrecht 19-12-1583
- Cornelis van Nispen, ged.
Dordrecht 31-3-1585
- Adriaan van Nispen, ged.
Dordrecht 10-1-1586
- Anthonia van Nispen, ged.
Dordrecht 9-1-1591
- Anna van Nispen, ged.
Dordrecht 3-7-1592
- Cornelia van Nispen, ged.
Dordrecht 1-3-1596
Bronnen:
- Uitwijk R5
fol. 14, 18-7-1579:
Zo heeft Jonker Cornelis van Wijffliet voor zichzelf en
als gemachtigde van Henric van Nispen getrouwd met
Anthonia van Rijswijck Jacobsdr. gericht aan 2 morgen
land te Uitwijk toebehorend de erfgenamen van wijlen
Adriaen van der Hoeffen Emontsz de jonge, gekomen van
Adriaen Emontsz van der Hoeffen, ter zake van verlopen
rente van 9 gld. 's jaars volgens de brief daarvan zijnde.
Akte voor schout Wouter Schrieck en heemraden Ocker
Woutersz, Jan Jansz Boot, Kunier Geerloffsz en Adriaen
Symonsz.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 61v, 4-10-1593: Zeven morgen land
in de ban van Babyloniënbroek genoemd de Taphoeve.
"Verlijt jonckf. Anthonia van Rijswijck bij doode
van Gillis Schellaert haer oom."
- Gorinchem R545, fol. 338,
30-11-1595: Joost van Rijswijck als broer en Brien de
Feijter als naaste bloedvoogd van vaderszijde van Abraham
van Rijswijck, met procuratie verleden voor schepenen van
Woudrichem, tr. aan Hendrick van Nispen, baljuw van
Woudrichem, de helft van 10 morgen gen. de
Vogelcampen gelegen op Lang-Scheijwijck, waarvan de
andere helft reeds toebehoort aan voorn. Henrick van
Nispen.
- Woudrichem
R580 fol. 29v,
28-5-1600: Comp. de heer Henrick van Nispen, baljuw en
dijkgraaf van Althena, als man en voogd van jonckfr.
Anthonia van Rijswijck ende transporteert tot behoef van
de erfg. van Adriaan Corn. Thielen een rentebrief van 15
gl. en 15 st. Deze brief was haar aangekomen bij loting
tussen de erfgenamen van za. Joost van Rijswijck Joostz.
gedaan voor schepenen van Gorinchem op 21-6-1591.
- Woudrichem
R1763 fol. 5,
9-11-1603: Testament van Hendrik van Nispen en Antonia
van Rijswijck echte man ende wijff. Er wordt gerefereerd
aan een testament gepasseerd te Dordrecht in 1593 en
enkele codicillaire disposities van 25-1-1594. Het legaat
voor kleinzoon Jacob, zoon van Cornelis van Nispen, wordt
nietig verklaard. Alle kinderen zowel de zonen als de
dochteren moeten de bezittingen evenredig verdelen.
Verder zullen de erfgenamen gehouden zijn een lijfrente
van fl. 42 te kopen voor Joost van Nispen alsmede een
lijfrente voor Hendrik van Nispen de jonge en een voor
Anna van Nispen, de drie tegenwoordige jongste kinderen
van de comparanten.
- Woudrichem
R1763 fol. 15,
14-3-1607: Nog een testament van Hendrik van Nispen en
Antonia van Rijswijck. Bovenstaand testament wordt
grotendeels herhaald. In 1598 blijkt Hendrik van Nispen
aan zijn vrouw een huis in Dordrecht te hebben
geprelegateerd. Verder worden leengoederen die het
echtpaar heeft genoemd: een hoeve lants groot achttien
morgen in de Werken genaamd Wistenhoeve, een rentebrief
van fl. 44 en 9½ st. op 4½ morgen land in Uitwijk
genaamd Verwerenland en uit de erfenis van Joost van
Rijswijck Joostz. een stuk buitendijks land in Ganswijk.
- Woudrichem
R1763 fol. 49v,
29-8-1626: Testament van Antonia van Rijswijck, weduwe
van Hendrik van Nispen. Ze laat vastleggen dat het
laatste testament met alle codicillen en legaten ten
uitvoer gebracht dienen te worden na haar dood.
- Woudrichem
R1763 fol. 51,
29-8-1626: Testament van Antonia van Rijswijck, weduwe
van Hendrik van Nispen.
- In zijn boek "Beschryving
der Stad Dordrecht" uit 1676 geeft Mathijs Balen een
stamboom van de familie van Nispen. Hij beschrijft dit
gezin alsvolgt:
- "Henrik van
Nispen, heeren Adriaansz, hier boven vermeld, was
Raad in Dordrecht 1581, Schepen 1585, en 1590,
Raad en Generaal Meester van de Munten der
Vereenigde Nederlanden, mitsgaders Bailliu en
Dijkgraaff der stad Woudrichem en den Lande van
Altena 1590, hij sterff den 10 October 1617 en
hadde Getroud Anthonette van Rijswijk
Jakobsdochter (een oud Adellijk Geslachte alhier
in Holland), welke sterff den 21 December 1626 en
leggen beyde tot Dordrecht in 't Graff van de
Nispens begraven; nalatende vier Zonen als Jakob,
Kornelis, Justus, en Mr. Henrik van Nispen en
onder andere drie Dochters Maria, Anthonetta en
Kornelia van Nispen.
Van Jakob, Kornelis en Justus van Nispen zal hier
onder werden gesproken.
- Mr. Henrik
van Nispen, heeren Henriksz J.U.L. was
fiscaal ter Zee en sterff den 24
September 1631.
- Maria van
Nispen Heeren Henriksdochter, troude
Willem van Byler, Muntmeester tot
Dordrecht en sterft den 8 Aprilis; hij
den 31 Octoer 1635 nalatende Kinderen.
- Anthonette
van Nispen Heeren Hendriksdochter, Troude
Floris van Oudheusden Lieutenant ten
dienste dezer Landen, Zone van Jonkr. Jan
van Oudheusden en Maria Pels; hij sterff
den 2 October 1657 in den Briel, zij den..
December 1664 tot Woudrichem.
- Kornelia
van Nispen, Heeren Hendriksdochter,
Troude Mr. Bernhard van Weent gezeyd
Castricum, Advocaat fiscaal van de Krijgs-Raad,
Zone van Mr. Pancras van Castricum,
pensionaris van Groeningen en Enkhuyzen
en van Johanna van Weely Bernhardsdochter."
VI - 15 (kind van
V-11)
Joost Jacobsz. van Rijswijck, ambachtsheer van de Hill en baljuw
van Woudrichem en Altena, geb. ca. 1565/1570, overl./begr. Hill
30-8/2-9-1615, ot./tr. Dordrecht 15-1/29-1-1595 met Maria Jan
Geritsdr. Brouwer j.d. van Dordrecht, dochter van Jan Gerritsz.
Brouwer en Maria Jansdr. van Beaumont.
Kinderen:
- Johan van Rijswijck, geb.
1595/1600, volgt VII-15.
- Maria van Rijswijck, geb.
1595/1600, volgt VII-16.
Bronnen:
- Gorinchem R545, fol. 338,
30-11-1595: Joost van Rijswijck als broer en Brien de
Feijter als naaste bloedvoogd van vaderszijde van Abraham
van Rijswijck, met procuratie verleden voor schepenen van
Woudrichem, tr. aan Hendrick van Nispen, baljuw van
Woudrichem, de helft van 10 morgen gen. de
Vogelcampen gelegen op Lang-Scheijwijck, waarvan de
andere helft reeds toebehoort aan voorn. Henrick van
Nispen.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 15 fol. 66 e.v., 16-10-1597: Een belening van
18m 6 hont land in Babilonienbroek, nog 5 morgen aldaar.
Eerst Gielis Schellaert, vervolgens de "Clijn
Rijsweert" aan Joost van Rijswijck bij dode van zijn
moeder jonckvrouw Maria Schellaert en de "Groot
Rijsweert" aan Abraham van Rijswijck.
- Woudrichem
R160 fol. 19v,
22-7-1598: Joost Jacobsz. van Rijswijck was procureur bij
het gerecht van Woudrichem en we komen hem dan ook
herhaaldelijk tegen in deze functie.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 56, 19-10-1593: Het schoutambt op
de Hill met 3 morgen land in Waardhuizen verlijdt Joost
van Rijswijck na dode van Maria Schellaert zijn moeder.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 62, 19-10-1593: De
ambachtsheerlijkheid op de Hill met drie morgen land
gelegen op de Hill in het Kleijn Sluijsvelt verlijdt
Joost van Rijswijck bij dode van joncfrouw Maria
Schellaert zijn moeder.
- Gorinchem, Archief
van het weeshuis inv. 158 nr. 44, 21-6-1600: Regest. Joost van
Rijswijck en Matthijs Cornelissen, schepenen van
Woudrichem certificeren een transport in Uppel t.b.v. het
weeshuis van Gorinchem. Zegel van Joost van Rijswijck hangend
aan dit regest (2e van links).
- Nationaal Archief Den Haag,
Grafelijkheidsrekenkamer
inv. 512 fol. 163v, 18-4-1602: Omdat Hendrik van Nispen,
baljuw en dijkgraaf van Altena, "binnen corte jaeren
overgecommen swaere accidenten" die twee functies
niet meer naast elkaar kan bekleden, verzoekt hij de
rentmeester van Zuidholland om zijn zwager Joost van
Rijswijck, schepen van Woudrichem, te benoemen tot
substituut-baljuw.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 24v, 30-10-1613: Drie morgen lants
gelegen in den banne van Workum ende geheten sijn die
Brootkist verlijden in 1613 aan Joost van Rijswijck bij
koop van Guido de Gistelles. Op 20-6-1616 verlijd dit
leen t.b.v. Johan en zijn zuster Maria van Rijswijck na
dode van Joost heursluijders vader.
- Hof van Holland 638
sententie 115, 30-7-1616: Jonker Thomas van
Staeckenbroeck, heer van Croy, als lasthebbende van
Joseph de Deckere, procedeert tegen Maria Jansdochter,
weduwe van Joost van Rijswijck, baljuw van Woudrichem en
Altena over het eigendom van de ca. 28 morgen grote hoeve
den Blaesbalch in het Altenase Rijswijk.
VI - 16 (kind van
V-11)
Abraham Jacobsz. van Rijswijck, geb. ca. 1571/1580, overl. voor
15-1-1626 tr. november 1604 met Anneke Jansdr. van den Oudewaert,
overl. na 15-1-1626. Zij was weduwe van Huijbert van Ravenswaij.
Kind:
- Anthonia van Rijswijck, geb.
1600/1610
Bronnen:
- Woudrichem
R579 fol. 22v,
16-4-1596: "Comp. de erentveste Hendrik van Nispen
baljuw en dijkgraaf slants van Altena ende Joost van
Rijswijck ambachtsheere van de Hil als voochden van
Abraham van Rijswijck" etc. Ze transporteren een
rentebrief van 17:10:0 thijns op 32 morgen land in de ban
van Zandwijk genaamd de Uppel.
- Woudrichem
R160 fol. 16,
22-7-1598: Hendrik van Nispen en Joost van Rijswijck,
voogden, resp. zwager en broer van Abraham van Rijswijck
maken de verkoop van ter velde staande tarwe door Abraham
van Rijswijck aan Adriaan Ketting ongedaan.
- Woudrichem
R580 fol. 2v,
31-1-1600: Transport. Comp. Abraham van Rijswijck en
droeg op tot behoef van de heer Hendrik van Nispen,
baljuw en dijkgraaf van Altena, de vrije eigendom van
twee morgen lants gelegen opten Weerthuijsensche Enge,
oost Cornelis Aertsz. van Herwijnen, zuid de erfg. van
Dirck van Clootwijck. Voorts een erf aan de Cruijsstraat
tot Almkerk waar Paulus Buijs in placht te wonen.
- Culemborg
R231 fol. 150,
23-11-1604: Voordat ze haar tweede huwelijk aangaat,
regelt Anneke van den Oudewaert de zaken van de kinderen
die ze heeft gehad bij wijlen Huijbert van Ravenswaij, in
zijn leven secretaris van Woudrichem, voor de schepenbank
van Culemborg. De nalatenschap van Huijbert wordt geschat
op duizend karolusguldens. Jan van Ravenswaij, haar zoon,
zal o.a. de gouden ring erven die zijn vader dagelijks
droeg en zijn zuster Anna krijgt o.a een gouden ringetje
en een zilveren onderriem die gekomen zijn van haar
grootmoeder.
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 61, 8-6-1606: "Verlijd
Abraham van Rijswijck de voorsz. ses mergen lants bij
doode van joncfrouw Maria Schellaert sijn moeder."
- 's-Hertogenbosch, Collectie
van het Rijksarchief inv. 17 fol. 61v, 8-6-1606: "Seven mergen
ses hont lants daer drie mergen gelegen in den ban van
Babilonienbroek op den Hill etc. Verlijt Abraham van
Rijswijck bij doode van joncfrouw Maria Schellaert sijn
moeder."
- Woudrichem
R548, 13-2-1608:
Rekening en bewijs van Abraham van Rijswijk, als man en
voogd van Anneken Jans, weduwe van Huijbert van
Ravenswaij, curator over de boedel van Frans Cornelisz
van Sichem. Gepresenteerd aan Joost van Rijswijck, baljuw
van Woudrichem. Mede aanwezig is Abraham ten Hagen,
schout en Cornelis de Romer, burgemeester.
- Woudrichem
R1763 fol. 49,
15-1-1626: Testament. Ten versoecke van Anneke van den
Oudenwaert Jansdr. laest weduwe van Abraham van Rijswijck
za. etc. Anneke is ziek maar haar verstand wel machtig.
Ze legateert aan haar dochter Anthonia van Rijswijck
"haere laeckense vlieger geboert met enen fluwelen
sijst met kieffer fluwelen opslagen, eene baratte vlieger
geboert met den Joansche kroone, eene baratte rock
geboert met eene fluwelen sijst geboert met eene swarte
fluwelen sijst" etc. Verder worden genoemd Johan en
Anneke van Ravenswaij, haar voorzoon en -dochter
- Rotterdam, N148, akte 436/655,
12-9-1630: Arnout van Jonckholt, man van Anna van
Ravenswaij, als rechthebbende van Johan van Ravesway,
luitenant, haar broer, machtigt Johan de Jonge en Johan
van Tongeren, procureurs, in de zaak tegen Anna van
Oudewaert, weduwe van Abraham van Rijswijck, inzake de
vaderlijke erfenis van zijn vrouw.
Anna van Ravenswij verklaart dat zij haar helft van de
1000 gld, haar toegevallen door de vaderlijke erfenis ( 'wilich
decreet'), niet van haar moeder Anna van Ouderwaert heeft
ontvangen.
- Rotterdam N149, akte 283/480,
12-8-1632: Anna van den Oudewaert of Owenvaert, weduwe
van Abraham van Rijswijck, burgemeester te Woudrichem,
machtigt haar schoonzoon Aernoult van Jonckholt om te
Gorinchem en te Woudrichem haar zaken te behartigen,
waaronder het geld te ontvangen van Hendrick Jans de
Lange te Woudrichem die een stuk land van haar kocht
genaamd 'Den Baseldoncq' gelegen in de landen van Altena.
VI - 17 (kind van
V-12)
Dirkje (Theodora) van Rijswijck, geb. ca. 1550/1555, tr. Hubert
Rudolfsz.
Nog geen kinderen gevonden.
Bron:
- Ons Voorgeslacht 1986.
Repertorium op de lenen van de Heren van Vianen, 4 morgen
land in Boeikop in heer Arnouts gerecht.
- 20-4-1607: Herman
Antonsz. bij overdracht door Hubert Rudolfsz.
voor Theodora van Rijswijk, diens vrouw.
VI - 18 (kind van
V-12)
Maria van Rijswijck, geb. ca. 1550/1555, tr. 1578 met Joris
Pieterse, raad, schepen, thesaurier, overman, weesmeester,
overdeken van div. gilden, heemraad en kolonel van de schutterij
te Zierikzee, zoon van Pieter Jorisse en Catharina.
Kinderen:
- Pieter van Rijswijck, geb.
1579, volgt VII-17.
- Jan van Rijswijck, geb. 1581,
volgt VII-18.
- Heilwich van Rijswijck, geb.
1582, volgt VII-19.
- Cornelis van Rijswijck, ged.
Zierikzee 19-8-1584
- Adriana van Rijswijck, ged.
Zierikzee 1-12-1585
- Cornelis van Rijswijck, ged.
Zierikzee 8-3-1587
- Benjamin van Rijswijck, ged.
Zierikzee 31-7-1588, volgt VII-20.
- Maaijken van Rijswijck, ged.
Zierikzee 15-10-1589
- Assuerus van Rijswijck, ged.
Zierikzee 7-10-1590
- Anna van Rijswijck, ged.
Zierikzee 1-12-1591
- Rachel van Rijswijck, ged.
Zierikzee 7-3-1593
N.B. De kinderen van Joris
Pieterse namen dus de naam van hun moeder aan.
Bron:
- Gorinchem
R366 fol. 283,
17-12-1598: Tussen de erfgenamen van Geertruida van
Santwijck die procederen tegen Frans Caell zien we ook
Joris Pieterse te Zierikzee als man van Maria van
Rijswijck.
- P.D. de Vos, De vroedschap
van Zierikzee blz. 215 t/m 220
VI - 19 (kind van
V-16)
Willem Jansz. van Rijswijck, geb. ca. 1530/1540, tr. Margaretha
van Honscote alias Dorval
Hieruit bekend:
- Johan van Rijswijck, geb. ca.
1550/1560, volgt VII-21.
Bronnen:
- Nederlandse Leeuw jaargang
1930 kolom 176
N.B. Behalve bovenstaand
artikel zijn er nog geen bronnen gevonden die iets meedelen over
Willem van Rijswijck en Margaretha
VI - 20 (kind van
V-17)
Hertog van Rijswijck, kastelein van Medemblik, geb. 1530/1540,
overl. 1612, tr. met Margaretha Knoppert, geb. ca. 1560, overl.
Zwolle 1638, dochter van Thomas Knoppert en Anna Mulert tot
Voorst.
Kinderen:
- Robert van Rijswijck, geb. ca.
1570.
- Cornelis van Rijswijck, geb.
1570/1580, overl. Nijmegen 8-2-1633
- Hartoch van Rijswijck, geb.
1570/1580.
- Thomas van Rijswijck, geb.
1570/1580, volgt VII-22.
- Jan van Rijswijck, geb. 1570/1580,
volgt VII-23.
- Johanna van Rijswijck, geb.
Medemblik ca. 1590, volgt VII-24.
Bronnen:
- Nederlandse Leeuw jaargang
1930 kolom 208
- Nationaal Archief Den Haag,
Grafelijkheidsrekenkamer
inv. 511 fol. 128v, 25-9-1586: "Alsoo door het
overlijden van joncheer Cornelis van Rijswijck in zijne
leven casteleijn opten huijse ende schout van Medemblik t'voorsz.
schoutambt is vacerende en dat Hartoch van Rijswijck zone
vande voorn. Cornelis van Rijswijck bij requeste aan de
luijden van de reeckeninge des graeffelijcheijts van
Hollant versocht heeft tot het voorsz. schoutambt
gecommiteert ende gestelt te worden..." etc. Hartoch
van Rijswijck pacht het schoutambt van Medemblik voor 29
ponden per jaar.
- Nationaal Archief Den Haag,
Grafelijkheidsrekenkamer
inv. 512 fol. 19v, 5-9-1598: Hertog van Rijswijck verzoekt
gecontinueerd te worden in zijn ambten te Medemblik. Het
verzoek wordt ingewilligd tegen een jaarlijkse pacht van
30 ponden.
- Nationaal Archief Den Haag,
Grafelijkheidsrekenkamer
inv. 512 fol. 97v, 22-9-1600: Omdat Hertog van Rijswijck
het kapiteinschap in het leger niet langer kan combineren
met het schoutambt van Medemblik, verzoekt hij de Staten
van Holland hem van laatstgenoemd ambt te ontheffen. Het
verzoek wordt ingewilligd en in zijn plaats wordt
aangesteld mr. Volckert Cornelisz.
- Repertorium op de lenen
van het schoutambt Ommen, nr. 1037, buurschap Stegeren
- Dat goet to
Meyering mit ene waer ende mit sinen toebehoren.
- 29-4 1566 (oc1 fol.
117) Thomas Knoppert na opdracht door Hermanna,
vrouw van Hilbrant van Vlodorp.
- 21-3-1598 (oc3 fol.
24v) Margarieta Knopperts na de dood van haar
vader Thomas Knoppert krachtens een magescheid.
Hulder haar man Hartoch van Rijswijck, hopman.
- 19-3-1607 (oc3 fol.
82) Margrieta Knoppert, vrouw van Hartoch van
Rijswijck, na de dood van haar vader Thomas
Knoppert krachtens een magescheid. Hulder haar
zoon Roebrecht van Rijswijck.
- 19-3-1607 (oc3 fol.
82) Thomas van Haersolte, haar neef, na opdracht
door Margrieta Knoppert.
- Repertorium op de lenen
van het schoutambt Olst, buurschap Hengforden.
- Enen kamp landes
geheten die Hackenmarsch of Suytveldermarsch
[...] tot enen Stichschen rechte. In 1452: "gelegen
in den kerspel van Olst in den buyrscap van
Hengeverde"; 1479: dat erve en guet gehieten
Hackenmersch".
- 10-12-1597 dec 10
(dl. c, fol. 55v). Judith van Heckeren, weduwe
van Cornelis van Rijswijck, vertegenwoordigd door
Johan van Eloys, richter "in 't Nyebroigh",
zoals in leven Engelbert van Heckeren beleend was.
- 4-4-1608 (dl. c,
fol. 93). Hertog van Rijswijck, vertegenwoordigd
door Arnt Gressinck, burger te Emmerik.
- 4-4-1608 (dl. c,
fol. 93). Herman van Bloys, na opdracht door Arnt
Gressinck, als volmacht van Hertog van Rijsswijck,
tot nakoming van een op 10-3-1608 tussen hen
gesloten overeenkomst.
Leenregisters van het
schoutambt Heino en Lierderbroek, 21-11-1635: Joncker
Johan Doys vestigt ten behoeve van juffer Margareta
Knoppert, weduwe van Rijswijck, een jaarlijkse rente van
53 gulden en 3½ stuiver, te lossen met 850 gulden
VI - 21 (kind van
V-19)
Jacob (Jacques) van Rijswijck, luitenant van de gouverneur van
Duinkerken (1568), kapitein van de stad Sluis, geb. ca. 1530,
overl. voor 8-5-1587, tr. Johanna Dorval.
Hieruit bekend:
- Karel (Charles) van Rijswijck,
geb. ca. 1570 (hij was in 1587 nog onmondig, zijn voogd
was Hertog van Rijswijck)
Bronnen:
- Nederlandse Leeuw 1930
kolom 285 e.v.:
- Verslagen omtrent
's Rijks Oude Archieven, 1923 blz. 155, 1568: Een
brief van Jacques van Rijswijck, luitenant van de
gouverneur van Duinkerken. Hierin genoemd zijn
vrouw Johanna Dorevalle.
- Een blik op de
vorming der stad Sluis en op den aanleg harer
vestingwerken van 1382 tot 1587 door J.H. van
Dale. - Middelburg; Altorffer, 1871. Hierin:
- Sluis,
1574: Transport van een boomgaard,
grenzend aan "het Raas" aan
Jacob van Rijswijck.
- Sluis, 27-10-1578:
Transport van een boomgaard grenzend aan
bovenstaande aan Jacob van Rijswijck.
- Sluis, 8-5-1587:
Hertog van Rijswijck en Dominicus Tiara,
voogden over Charles van Rijswijck
transporteren bovengenoemde boomgaarden
ten behoeve van Arnold van Grunevelt,
kapitein van de stad Sluis, voor een
bedrag van 100 gld. en een jaarrente van
4 pond. Later verkocht Arnold van
Gruneveld deze boomgaarden aan Hertog van
Rijswijck.
- Sluis, 15-12-1611:
Hertog van Rijswijck verkoopt de
boomgaarden aan Francois Cloet,
burgemeester van Sluis.
- In een
noot in bovenstaand boek: "Den 24
sept. 1575 verzoekt Jacob van Rijswijck
aan schout en schepenen van Vlijmen bij
Heusden de meubele goederen van zijn
vader Willem van Rijswijck te verkoopen
en het geld onder hen te houden.
Helaas begint het transportboek van
Vlijmen pas in 1586 en kunnen we daar
geen verdere gegevens aan ontlenen.
VI - 22 (kind van
V-21)
Frans van Rijswijck, geb. 1530/1540, kastelein van Hilvarenbeek,
tr. NN.
Hieruit bekend:
- Adriaan van Rijswijck, geb.
ca. 1600. Hij laat op 6-2-1634 een zoon Frans dopen in
Hilvarenbeek. Verder is er niets over hem bekend tot op
heden.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1395 fol. 66v,
11-1-1570: Franciscus van Rijswijck, zoon van wijlen heer
Franciscus, namens joffr. Heylwich van der Ameijden zijn
moeder, heeft verkocht aan Paulus, zoon van wijlen
Hendrick Hendricx, een huis, hof en stal, zowel droog als
moerassig, gelegen te Helvoirt aan de Distelberg en een
perceel van 4L te Vught in de Cromvoirtbeemden, met
enkele lasten zoals een grondcijns aan de Hertog van
Brabant. In de marge staat de erkenning door Heylwich van
der Ameijden
- 's-Hertogenbosch
R1395 fol. 83,
10-1-1570: Heer Franciscus van Rijswijck, zoon van wijlen
heer Franciscus van Rijswijck uit naam van zijn moeder
juffrouw Heilwich, weduwe van wijlen heer Frans van
Rijswijck etc. Hij verkoopt een pacht te Vught aan Willem
van Bemmel.
VI - 23 (kind van
V-21)
Johan van Rijswijck, generaal der fortificatiën, geb. 1530/1540,
overl. Langenholzhausen (D) µ 25-1-1612, tr. met Anna van Gameren, geb.
1530/1540, overl. na 1617, dochter van jonkheer Jan van Gameren
en NN.
Zij was weduwe van Sijmon Bacx van wie ze een zoon had genaamd
Johan Bacx, geb. ca. 1670. Johan Bacx was luitenant in het
Staatse leger
Kinderen:
- Helena van Rijswijck, geb.
1580/1590, volgt VII-25.
- Pauwels Marcelis van
Rijswijck, geb. 1580/1590, volgt VII-26.
Bronnen:
- 's-Hertogenbosch
R1398 fol. 263v,
9-9-1574: Franciscus van Rijswijck, zoon van wijlen
Johannes van Rijswijck, had beloofd aan de "Baer van
alle zielen" in de st. Jan te betalen een jaarlijke
cijns van 20 Carolusguldens en nog een cijns van 20
gulden aan de zusters van st. Elisabeth bij de Tolbrug,
uit een hoeve te Helvoirt genaamd "de Zwijnsberch".
Zijn zoon Johannes van Rijswijck heeft deze goederen
overgedragen aan Paulus Hendricx.
- Grafzerk uit 1612 van Johan van
Rijswijck uit de kerk van Langenholzhausen (D), nu tegen
de kerkmuur staand, met daarop de 16 kwartieren van hemzelf en zijn voorouders, waarvan er
nog enkele kwartieren leesbaar zijn.
- 's-Hertogenbosch
R1517 fol. 263v,
7-11-1616: Joffr. Anna van Gameren, weduwe van Johannes
van Rijswijck de tocht in de helft van een stenen huis,
erf, hof en boomgaarden etc. genaamd de Havelsdonck in
totaal 150L land te Haaren op Belveren t.b.v. Nicolaes
Colve, man van joncfr. Helena van Rijswijck en jonkheer
Pauwels Marcelis van Rijswijck, echte kinderen van
jonkheer Johan van Rijswijck en joffr. Anna van Gameren.
De hele hoeve wordt opgedragen aan mr. Rogier van
Griensven, zoals Frans van Rijswijck namens Henrick en
Frans zonen van wijlen Henrick Dachverlies op 4-5-1551
had opgedragen aan voorsz. Rogier van Griensven.
- Heusden N3992, 20-10-1617: Procuratie. Anna
van Gameren, weduwe van jonker Jan van Rijswijck, geeft
haar schoonzoon Nicolaes Colve alle volmachten om haar
financiele zaken, in het bijzonder die i.v.m. de tol van
Repelmonde te regelen, omdat zij vanwege haar hoge
ouderdom niet meer reizen kan.
- 's-Hertogenbosch
R1855 fol. 467,
24-4-1618: Scheiding en deling. Joncker Joost de Camons,
man en momboir van Hendricxken zijn huisvrouw, dochter
van van joncker Gerard zoon van joncker Jan van Gameren,
transport hebbende van Anna van Gameren, eerst weduwe van
Sijmon Bacx en daarna van joncker Johan van Rijswijck,
Jacob Gerardsz. Donck zoon van Jacob Donck en Cornelia
van Gameren, Aleijt Thomas dochter van Jan Thomas en
Adriana van Gameren, Walraven Havens zoon van heer Dirck
Havens zoon van Frans Havens en Adriana van Gameren gaan
een erfdeling aan van een hoeve in de Mortel te Udenhout.
- Raad van
Brabant inv. 788.410, 7-10-1615: Proces van Tielman Tiers,
kleermaker in Middelburg, als gemachtigde van andere
crediteuren van Johan van Rijswijk en Anna van Gameren,
diens weduwe, contra Johan Bacx, luitenant kurassiers, in
garnizoen in Deventer over de betaling schulden van Anna
van Gameren, die Bacx' moeder was. Uit dit proces hier
een stuk met de namen van de schuldeisers en het vonnis
door de Raad. Omdat dit verhaal blijkbaar al in 1609
begonnen is, komt het mij voor dat Johan van Rijswijck
alle lange tijd van huis was. De schulden zijn gemaakt
door Anna van Gameren en ze had belooft de schulden te
betalen uit drie renten die ze te goed had van de Staten
van Brabant. In het vonnis wordt beslag gelegd op de
renten en andere goederen van Johan Bacx in Brabant
totdat hij de schulden heeft afgelost en wordt hij
veroordeeld tot het betalen van de kosten van dit proces.
- Raad van
Brabant inv. 788.410, 21-2-1619: Procuratie. Johan Bacx
benoemt Govart de Bije tot zijn procureur om drie renten
die hij geldende heeft op de Staten van Brabant te innen.
Govert de Bije wordt benoemd in plaats van Aelbert van
Braeckel, zijn vorige procureur die overleden is.
N.B. Hoewel van deze Jan
uit de archiefbronnen niet direct duidelijk wordt wie zijn vader
was, lijkt het me plausibel dat zijn vader Frans van Rijswijck
was, omdat zijn weduwe Anna van Gameren in 1616 haar helft van de
Havelsdonck in Haaren verkocht aan Rogier van Griensven. Op 16-12-1610
had haar schoonzuster Barbara, dochter van Frans van Rijswijck
reeds hetzelfde gedaan met de andere helft (zie aldaar).
N.B. Deze Johan van Rijswijck was (naar mijn mening) de
generaal der fortificatiën van wie dr. J. Belonje zich al in de Brabantse Leeuw jrg. 1967 nr. 1 afvroeg wie of hij zou kunnen zijn.
Fortificatiemeester Johan van Rijswijck, die eerst gouverneur van
de vesting Grave was geweest, werd soms vergezeld door een
ritmeester, die hij zijn stiefzoon noemde. Johan was dus gehuwd
met een weduwe en deze Jan van Rijswijck is de enige Johan van
wie ik dat met zekerheid weet. De ritmeester zou dus Johan Bacx,
de zoon van Sijmon Bacx en Anna van Gameren geweest kunnen zijn.
Johan van Rijswijck stierf op 25-1-1612 en het lijkt me niet
toevallig dat in de jaren na die datum zijn weduwe Anna van
Gameren diverse malen in de archieven opduikt
Nog een kleine aanwijzing is dat in 1611 in het graafschap Lippe,
waar Johan op dat moment werkte, een vaandrig genaamd Frans van
Rijswijck soldaten aan het werven was. Zou dat de broer of een
neef (broer Frans had ook een zoon die Frans heette, deze was
later kastelein van Hilvarenbeek) van Johan geweest kunnen zijn?
VI - 24 (kind van
V-24)
Willem Adriaansz. van Rijswijck, geb. 1530/1540, overl. voor 19-5-1576,
tr. Marijke N., waarschijnlijk overl. kort na 19-5-1576.
Uit dit huwelijk geen kinderen.
Bronnen:
- Gorinchem
R90 fol. 180,
5-9-1573: De huijsvrouw van Willem van Rijswijck vordert
op Gijsbert Claess de Roij voor 70 kar. guld.
- Gorinchem
R90 fol. 220,
16-1-1574: Marijken Walravens vordert op Willem van
Rijswijck en Maeijken zijn huijsvrouw voor 11 kar. guld.
- Gorinchem
R91 fol. 81,
9-2-1574: Willem van Rijswijck als gemachtigde van
Adriaen Henricx, drossaert op Louvesteijn, heeft
rechtelijk besettinge gedaen op alsulcke goederen als
Claes scipper leggende ende besittende heeft tot de
fouragie van de vendele van joncheer Adriaen Vijgh.
- Gorinchem
R91 fol. 108,
april 1574: Willem van Rijswijck als gem. van Adriaen
Henricx drossaert op Loevestein, op Claes scip voor LXIII
kgl. etc.
- Gorinchem
R92 fol. 39v,
19-5-1576: "Maeijken Willem van Rijswijcx weduwe
vordert op Rochus Henricxz. voor XVIII kgl. "
- Woudrichem
R578 fol. 17v,
17-3-1579: Akkoord tussen Adriaen Goessensz, als man ende
voogd van Beatris Petersdochter ter eenre en Andries Vos
als gemachtigde van Jenneke Vernoert ter andere zijde
betr. de erfdeling van de goederen van wijlen Willem van
Rijswijck d.d. 22-8-1577. Willem is dus zonder
nakomelingen overleden.