Generatie XI van de tak "Rotterdam" van de genealogie Spreeuwenberg


XI (kind van X)
Pieter Spreeuwenberg, geb. Dordrecht 8-11-1856, arbeider, timmerman, timmermansknecht, overl. Rotterdam 2-1-1917, tr. Kralingen 4-9-1878 met Johanna Vink, geb. Gouderak ca. 1861, overl. na 7-1-1920, dochter van Cornelis en Adriaantje Luijt.
Uit dit huwelijk:
  1. Hendrik Spreeuwenberg, geb. Rotterdam 15-1-1879, volgt XII-1.
  2. Cornelis Spreeuwenberg, geb. Rotterdam 24-2-1881, volgt XII-2.
  3. Johanna Spreeuwenberg, geb. Kralingen 3-6-1883, volgt XII-3.
  4. Pieter Spreeuwenberg, geb. Kralingen 3-5-1885, overl. Kralingen 31-7-1885
  5. Pieter Spreeuwenberg,-geb. Kralingen 7-11-1886, bootwerker, overl. Moerkapelle 30-6-1978.
  6. Johannes Spreeuwenberg, geb. Kralingen 5-5-1889, overl. Kralingen 17-6-1890
  7. Johannes Spreeuwenberg, geb. Rotterdam 8-7-1891, overl. Rotterdam 14-7-1895
  8. Maria Spreeuwenberg, geb. Rotterdam 23-8-1897, tr.(1) Rotterdam 7-1-1920 op met Hendrik Groothuyzen, geb. Kralingen 16-1-1894, motorrijtuigbestuurder, zoon van Hendrik Groothuyzen en Catharina Storm. Het echtpaar is gescheiden, Rotterdam 17-7-1923),
    tr.(2) Rotterdam 25-5-1927 met Anthonie Hendrik van Putten, geb. Rotterdam 7-6-1896. Pieter Spreeuwenberg was bij de geboorteaangiften in 1883, 1885, 1886 en 1889 tijdelijk afwezig. De overlevering verhaalt (in 1978) dat Pieter afkomstig zou zijn uit de buurt van Venlo (zijn vader was afkomstig van Budel).
Dit gezin woonde te Rotterdam achtereenvolgens op de Oudendijk Wijk F No.94 (op 5-6-1883 en 3-5-1885),
in Kralingen aan de Lemmstraat Wijk C No.14 (op 31-7-1885),
aan de Adamshofstraat Wijk A No.34 (op 7-11-1886 en 5-5-1889),
in Kralingen aan de Langekade Wijk 10 No.223 (op 17-6-1890),
aan de Oude Lemstraat (op 14-7-1895) en in de Waterhoudsteeg No.1 (op 2-1-1917).